1. Staat van de bio-economie van de EU
Uit analyse van Eurostat-gegevens van 2018 blijkt dat in de EU27 + het VK de totale omzet van de gehele bio-economie, inclusief primaire sectoren zoals voeding, dranken, land- en bosbouw, iets meer dan € 2,4 biljoen bedroeg, vergeleken met 2008 Jaarlijkse groei van ongeveer 25% .
De voedings- en drankensector is goed voor ongeveer de helft van de totale omzet van de bio-economie, terwijl biogebaseerde industrieën, waaronder chemicaliën en kunststoffen, farmaceutische producten, papier en papierproducten, bosproducten, textiel, biobrandstoffen en bio-energie ongeveer 30 procent vertegenwoordigen.Nog eens bijna 20% van het inkomen komt uit de primaire sector land- en bosbouw.
2. Staat van de EUbiobasedeconomie
In 2018 had de biobased industrie in de EU een omzet van 776 miljard euro, tegen ongeveer 600 miljard euro in 2008. Onder hen waren papier-papierproducten (23%) en houtproducten-meubels (27%) goed voor het grootste aandeel, met een totaal van ongeveer 387 miljard euro;biobrandstoffen en bio-energie waren goed voor ongeveer 15%, met een totaal van ongeveer 114 miljard euro;biobased chemicaliën en plastics met een omzet van 54 miljard euro (7%).
De omzet in de chemie- en kunststofsector steeg met 68%, van EUR 32 miljard tot circa EUR 54 miljard;
De omzet van de farmaceutische industrie steeg met 42%, van 100 miljard euro naar 142 miljard euro;
Andere kleine groei, zoals de papierindustrie, verhoogde de omzet met 10,5%, van 161 miljard euro naar 178 miljard euro;
Of een stabiele ontwikkeling, zoals de textielindustrie, de omzet steeg met slechts 1%, van 78 miljard euro naar 79 miljard euro.
3. Veranderingen in de werkgelegenheid in de EUbiogebaseerde economie
In 2018 bedroeg de totale werkgelegenheid in de bio-economie van de EU 18,4 miljoen.In de periode 2008-2018 vertoonde de werkgelegenheidsontwikkeling van de gehele EU-bio-economie ten opzichte van de totale omzet echter een dalende trend in de totale werkgelegenheid.De daling van de werkgelegenheid in de hele bio-economie is echter grotendeels te wijten aan de daling in de landbouwsector, die wordt aangedreven door de toenemende optimalisatie, automatisering en digitalisering van de sector.De arbeidsparticipatie in andere bedrijfstakken is stabiel gebleven of zelfs gestegen, zoals in de farmaceutische industrie.
De werkgelegenheidsontwikkeling in de biobased industrie vertoonde de kleinste neerwaartse trend tussen 2008 en 2018. De werkgelegenheid daalde van 3,7 miljoen in 2008 tot ongeveer 3,5 miljoen in 2018, waarbij met name de textielindustrie in deze periode zo'n 250.000 banen verloor.In andere industrieën, zoals de farmaceutische industrie, nam de werkgelegenheid toe.In 2008 waren 214.000 mensen in dienst en nu is dat aantal opgelopen tot ongeveer 327.000.
4. Verschillen in werkgelegenheid tussen EU-landen
EU biobased economische gegevens laten zien dat er duidelijke verschillen zijn tussen leden in termen van werkgelegenheid en output.
Centraal- en Oost-Europese landen zoals Polen, Roemenië en Bulgarije domineren bijvoorbeeld de sectoren met een lagere toegevoegde waarde van de biogebaseerde economie, die veel banen creëren.Hieruit blijkt dat de landbouwsector doorgaans arbeidsintensief is in vergelijking met sectoren met een hoge toegevoegde waarde.
Daarentegen hebben westerse en Scandinavische landen een veel hogere omzet in verhouding tot werkgelegenheid, wat wijst op een groter aandeel van industrieën met toegevoegde waarde, zoals olieraffinage.
De landen met het hoogste personeelsverloop zijn Finland, België en Zweden.
5. Visie
Tegen 2050 zal Europa een duurzame en concurrerende biogebaseerde industrieketen hebben om werkgelegenheid, economische groei en de vorming van een biorecyclingmaatschappij te bevorderen.
In zo'n circulaire samenleving zullen geïnformeerde consumenten kiezen voor een duurzame levensstijl en economieën ondersteunen die economische groei combineren met sociaal welzijn en milieubescherming.
Posttijd: juli-05-2022